Met invoering van de WAB probeert de overheid het aangaan van vaste arbeidscontracten te stimuleren en aantrekkelijker te maken. De WAB regelt dit onder meer door de financiering van de Werkloosheidswet (WW) te wijzigen.
Op dit moment worden WW-uitkeringen gedurende de eerste zes maanden gefinancierd uit sectorpremies. Iedere werkgever wordt door de Belastingdienst in een sector ingedeeld. De hoogte van de sectorpremies wordt vastgesteld naar gelang het relatieve aantal WW-gerechtigden per sector. Na deze zes maanden worden de WW-uitkeringen voldaan uit het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf). De Awf-premie wordt jaarlijks landelijk door de wetgever vastgesteld.
Met invoering van de WAB wordt in plaats van de sectorpremie een premiedifferentiatie naar de aard van het contract opgenomen. Behoudens enkele uitzonderingen, wordt de WW-premie voor vaste contracten op een lager percentage vastgesteld dan voor tijdelijke contracten (verschil is 5%). Ook wordt de aard van het contract voor werknemers zichtbaar via hun loonstrook.
Om discussies over de aard van het contract voor zoveel mogelijk uit de weg te gaan, merkt de wetgever als vast arbeidscontract slechts aan de “schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet zijnde een oproepovereenkomst”. Arbeidsovereenkomsten die niet worden aangemerkt als oproepovereenkomst zijn: arbeidsovereenkomsten waarin vergoede consignatiedientsen, bereikbaarheidsdiensten of bereikbaarheidsdiensten in de zorg zijn afgesproken. Hierdoor is voor deze overeenkomsten de lage WW-premie verschuldigd (mits sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd).
Tevens voorziet het gewijzigde Besluit financiering sociale verzekeringen (Besluit Wfsv) in enkele waarborgen om misbruik van lagere premies tegen te gaan (bijvoorbeeld wanneer een arbeidsovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan in de proeftijd wordt beëindigd). In dat geval kan het percentage van de premie achteraf worden herzien.
Dit onderdeel van de WAB is in 2019 beschreven. De WAB is inmiddels per 1 januari 2020 inwerking getreden.