Skip to main content

Sinds 1 juli 2015 is ook een transitievergoeding verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst met een werknemer wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (minimaal 24 maanden) wordt beëindigd. Om deze reden overwegen werkgevers zieke werknemers in dienst te houden, terwijl deze geen werkzaamheden verrichten en ook geen salaris ontvangen. Dit is echter niet zonder risico’s. Recent heeft minister Asscher op Kamervragen geantwoord dat hij het “niet van fatsoenlijk werkgeverschap” vindt getuigen, als het niet willen betalen van de transitievergoeding de enige reden daarvoor is. Werknemers zouden in dat geval zelf de rechter kunnen verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Als de rechter oordeelt dat sprake is van een ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever zal de rechter de ontbinding toewijzen en de werknemer een transitievergoeding toekennen. Daarnaast zou de kantonrechter ook nog een billijke (hogere) vergoeding kunnen toekennen. Van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten kan bijvoorbeeld sprake zijn als werkgever nalaat de werknemer (intern dan wel extern) te re-integreren. Daarnaast kleven er andere risico’s aan slapende dienstverbanden. De praktijk zal dit nog uitwijzen, maar denk in ieder geval bijvoorbeeld aan lopende verzekeringen, pensioenovereenkomst, interne regelingen etc… Zo is in sommige polissen geregeld dat de (financiële) verplichtingen doorlopen zolang de werknemer in dienst is. Het is dus niet onder alle omstandigheden verstandig een dienstverband slapend te laten voortduren. Laat u hierover dan ook goed informeren.

Momenteel is er wetgeving in voorbereiding om werkgevers voor de betaalde transitievergoeding aan langdurig arbeidsongeschikten (grotendeels) te compenseren uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier staat een verhoging van de uniforme Awf-premie tegenover. Bedoeling is dat de compensatie met terugwerkende kracht ingaat per 1 juli 2015.